Stress en burn-out: hoe staat het er voor?
Gepubliceerd op 13-11-2018, door Bram Hart“Als wij zo doorgaan hebben we geen atoombom nodig om onszelf volledig uit te roeien. We hebben een andere levensstijl nodig om een ramp te voorkomen” zo stelt Erik Matser op 4 november in de Telegraaf. Afgelopen week was er in de media veel aandacht voor een interview met Erik Matser, klinisch neuropsycholoog. Hij waarschuwt dat we in de Westerse wereld aan de vooravond staan van een enorme stress-gerelateerde crisis. Nederlanders die met burn-out kampen kosten de samenleving ongeveer 20 miljard per jaar en 1 op de 5 werknemers kan niet werken door de stress. Tegelijkertijd verscheen eind oktober een onderzoek van hoogleraar Wilmar Schaufeli, waarin werd beweerd dat Nederlandse werknemers de minste last hebben van burn-outs binnen Europa. Maar hoe verhoudt deze berichtgeving zich tot elkaar?
Klopt het wat wordt geroepen?
Allereerst moeten we eerst kijken naar de bronnen waar Matser en Schaufeli zich op baseren. Matser noemt er twee: allereerst de cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (hierna: OESO) en zijn eigen praktijkervaring. Schaufeli baseert zich op cijfers van European Working Conditions Survey uit 2015.
Wat meteen opvalt is dat het cijfers zijn uit 2014 en 2015. Hoewel dit nog niet heel lang geleden is, hebben er wel grote veranderingen plaatsgevonden sinds die tijd. De economie is bijvoorbeeld enorm aangetrokken. Zeker de uitspraak van Matser dat 1 op de 5 werknemers niet kan werken door stress- en burn-outklachten kan hierdoor in twijfel worden getrokken. Maar wat blijkt? Uit onderzoek (over 2016) van het Centraal Bureau van de Statistiek (hierna: CBS) en TNO kwamen vergelijkbare resultaten. Ongeveer 15% van de ondervraagden ervaart volgens het onderzoek burn-outklachten. Daarnaast vond een ander onderzoek (uit 2018) ook dat 18% van de ondervraagden dagelijks stress ervaren. Daarnaast bleek uit hetzelfde onderzoek dat Nederland inderdaad laag scoort op stressniveau binnen Europa.
Wat betekent dit nu?
Dat zijn een hoop cijfers, maar wat houdt dit nou eigenlijk in? Allereerst kunnen we vaststellen dat wat Matser en Schaufeli zeggen, niet in tegenspraak is met elkaar. De stressniveau’s in de rest van Europa lijken inderdaad een stuk hoger te liggen dan binnen Nederland.
Waar we nu voor moeten waken, is dat de positie van Nederland op de stressranglijst niets tekort doet aan het probleem met stress- en burn-outklachten binnen Nederland. Hoewel het moeilijk te zeggen valt of er in Nederland sprake is van een echte crisis, is er wel aantoonbaar een probleem. Niet alleen is er veel uitval door stress- en burn-outklachten, maar ook het langdurig blootstaan aan stress kan ernstige gevolgen hebben voor de hersenen. Opgroeien met aanhoudende stress kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat mensen op latere leeftijd sneller angstig zijn en langer angstig blijven. De gevolgen zijn vaak levenslang.