Nederlands management heeft inhaalslag te maken
Gepubliceerd op 27-09-2018, door Bram HartRecent is er door de Rabobank in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen en World Management Survey een onderzoek uitgevoerd naar internationale managementpraktijken. Vier aspecten van management zijn over achttien verschillende managementpraktijken uitgevraagd onder managers en medewerkers. En wat bleek? Nederland eindigde als zesde, achter de VS, Duitsland, Zweden, Japan en Canada.
De vier aspecten van management die zijn onderzocht zijn 1. operationeel, 2. monitoring, 3. doelen en 4. personeelsmanagement. Bij operationeel is vooral gekeken naar lean management: hoeveel verspilling vindt er in het productieproces plaats? Monitoring richt zich op de wijze waarop bedrijven prestatiedata bijhouden en analyseren. Het aspect “doelen” richt zich meer op de op lange en korte termijn gestelde doelen, en in hoeverre mensen zich hier in kunnen herkennen. Personeelsmanagement houdt zich ten slotte bezig met talentmanagement.
Het mooie van de gebruikte onderzoeksmethode is dat goed inzichtelijk gemaakt kan worden hoe er op de verschillende aspecten gescoord wordt. Zo scoort Nederland bijvoorbeeld enorm goed op het aspect operationeel: de vertaalslag van klantaanvraag naar product wordt nergens beter gemaakt. Ook op monitoring zit Nederland nog binnen acceptabele grenzen. Echter op de gestelde doelen en personeelsmanagement scoort Nederland erg laag.
Maakt dit uit? Jazeker! Uit ander onderzoek blijkt dat de kwaliteit van managementpraktijken sterk samenhangt met het bruto binnenlands product (bbp). Dit betekent dat als de Nederlandse managementpraktijk op het niveau van Zweden en Duitsland zou zitten, de productiviteit per werknemer zou kunnen toenemen met een vier procent hogere omzet en een zeven procent hogere winst als resultaat.
Meer lezen? https://economie.rabobank.com/publicaties/2018/september/kwaliteit-van-management-in-nederland/